De vier gemeenten uit de regio willen het liefst een gezamenlijk regionaal warmtenet waar alle woningen en gebouwen op aan kunnen sluiten. Dit warmtenet wordt vooral gevoed met aardwarmte. In de Bollenstreek is er genoeg aardwarmte diep in de grond om alle huizen en gebouwen te verwarmen. Een regionaal warmtenet lijkt voor onze regio daarom beter dan een oplossing per wijk of per gebouw. De vier gemeenten onderzoeken nu samen met de woningcorporaties Stek en Padua, Aardwarmte Rijnland en Firan of een regionaal warmtenet haalbaar is. Zij hebben vorige zomer hiervoor een intentieovereenkomst getekend.
Aardwarmte
In 2050 willen we energieneutraal zijn. Daarvoor is het nodig dat alle huizen en gebouwen in Teylingen overgaan op duurzame warmte zonder fossiele brandstof zoals aardgas. Er moet een betrouwbaar, betaalbaar, realistisch en duurzaam alternatief komen voor verwarming met aardgas. In de regio werken gemeenten samen om een goede oplossing te vinden.
Hoe werkt een warmtenet met aardwarmte?
In de Bollenstreek kunnen we de aardwarmte op 2 of 3 kilometer diepte vrij gemakkelijk uit de grond halen. Daar zit water van 70 tot 90 graden. Het warme water wordt naar boven gepompt en geeft zijn warmte af aan het water in het warmtenet. Hierna gaat het afgekoelde water direct de aarde weer in. Het opgewarmde water in het warmtenet brengt de warmte naar huizen en gebouwen. In huis komt er een kastje waar de warmte wordt afgeleverd voor de verwarming en voor het water uit de kraan. Het water in huis wordt verwarmd tot 68 graden. Dat is minder warm dan een cv-ketel op gas kan leveren, maar wel warmer dan warmte van een warmtepomp. Ook oudere huizen met redelijk goede isolatie kunnen hiermee voldoende verwarmd worden.
Het is nog niet zeker of er een warmtenet komt
Op het moment weten we nog niet of en wanneer er een warmtenet komt. Eerst moeten er nog veel vragen beantwoord worden. Wat gaat het kosten voor bewoners en bedrijven en voor de maatschappij? Hoe organiseren we een publiek warmtebedrijf? Dit is een bedrijf dat in handen is van bijvoorbeeld gemeenten, provincie of andere overheidsorganisaties.
De verwachting is dat we begin 2026 kunnen besluiten of we doorgaan. Als alles volgens planning verloopt zouden de eerste huizen en gebouwen aangesloten kunnen worden vanaf 2029. In 2040 worden dan de laatste huizen aangesloten. Het is straks uw keuze of u wel of niet aansluit op het warmtenet. Lees hier wat u kunt doen als u in de tussentijd een nieuwe cv-ketel nodig heeft of als u toch al over wilt gaan op een (hybride) warmtepomp.
Waarom een warmtenet: het stroomnet is vol
Waarom kiezen we voor een regionaal warmtenet met aardwarmte? Een belangrijke reden is dat we op dit moment al te weinig ruimte op ons stroomnet. Op sommige plekken krijgen bedrijven al geen aansluiting meer. Daarom is het ook niet zo’n goed idee als iedereen een elektrische warmtepomp neemt. Voor de pieken in het stroomverbruik in de winter zou het stroomnet enorm uitgebreid moeten worden. Netwerkbeheerder Liander vraagt gemeenten daarom om warmtepompen niet te stimuleren. Liander is daarom ook heel blij met de plannen in de Bollenstreek voor een warmtenet met aardwarmte.
Waarom een regionaal warmtenet met aardwarmte
Kosten eerlijk delen
Een andere reden voor een gezamenlijk warmtenet is dat we willen dat alle wijken kans hebben op betaalbare warmte. Als we per wijk de mogelijkheden bekijken, zijn sommige wijken beter af dan andere. Bijvoorbeeld omdat de huizen beter geïsoleerd zijn en omdat er een goede warmtebron in de buurt is. Met een aanpak per wijk is het lastiger om kosten te verdelen over de hele regio. De totaalkosten zijn ook hoger.
Lokale warmte benutten
Omdat we veel minder gas winnen in Nederland zijn we afhankelijk geworden van import uit het buitenland. Daardoor hebben we ook meer last van oorlogen en politieke en economische ontwikkelingen. Aardwarmte is een lokale en stabiele warmtebron waarmee we veel minder afhankelijk zijn. Ook is er voldoende om de gehele Bollenstreek duurzaam te verwarmen en zekerheid te bieden.
Met samenwerking kom je verder
De uitdagingen van de warmtetransitie zijn groot. Door samen te werken kunnen we de krachten bundelen. Zo bouwen de gemeenten van de Bollenstreek samen kennis en kunde op. Het blijkt namelijk beter om een groot publiek warmtebedrijf op te richten dan een warmtebedrijf per gemeente. Er komt veel kijken bij een warmtenet, zoals aanleg en onderhoud van het net, levering van warmte en klantenservice.
Nieuwe wetten, betere regels voor warmtenetten
Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie
Met de nieuwe Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie (Wgiw) mag de gemeente gebieden aanwijzen die van het aardgas af gaan, als daar tenminste een goed alternatief voor verwarming op aardgas is. De wet gaat op 1 januari 2026 in werking. Meer informatie over de Wgiw is te vinden op de website.
Wet collectieve warmte
Een voorstel voor de Wet collectieve warmte (Wcw) in mei 2025 in de Tweede Kamer besproken. Deze wet regelt dat warmtebedrijven, zoals de stadsverwarming en grote warmtetransportnetten, voortaan in handen van de overheden zijn. Het regelt ook de bescherming van de consumenten, de prijs van warmte en de verantwoordelijkheid voor de productie en levering van warmte. Bovendien geeft het wetsvoorstel regels voor zowel grote als kleine gezamenlijke warmtesystemen. Meer informatie over de Wcw is te vinden op de website van Rijksoverheid.
Meer informatie
Meer informatie kunt u vinden op: